Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Wat kunnen de nummer 4 (Nederland) en nummer 1 (Denemarken) op de ‘World Happiness Index’ van elkaar leren? Die vraag stelde koning Willem-Alexander zich in zijn nieuwjaarstoespraak en speelde ook een rol tijdens zijn bezoek aan Denemarken. Speciaal voor het staatsbezoek organiseerde de Universiteit van Aalborg op dinsdag 17 maart een congres over geluk, waarbij UvA-hoogleraar Henk van der Liet optrad als dagvoorzitter.
dhr. prof.dr. H.A. (Henk) van der Liet

Denemarken staat eerste op de ‘geluksindex’. Ligt dat aan de verzorgingsstaat, de windmolens of toch de fredagsøl, het biertje dat de Deense medewerker op vrijdag met collega’s drinkt? Volgens Van der Liet, hoogleraar Scandinavische taal- en letterkunde, zijn de grootte van een land en een gevoel van eenheid belangrijk: ‘Je ziet dat kleine landen, die een eenheid vormen, steevast hoog scoren op deze lijsten. Denemarken heeft 1 kerk, 1 vlag, 1 onderwijssysteem en 1 taal en dat helpt als het erom gaat op die index hoog te scoren.’

Een ander belangrijke aspect is volgens Van der Liet vertrouwen, niet alleen in medeburgers, maar ook in het functioneren van het bestuur. Daaraan verbonden is transparantie: de Deense burger is zich bewust van wat ze van haar bestuurders mag verwachten, dat ze inzicht krijgt in procedures en dat alle belangen gewogen worden.

Tegelijkertijd kent vertrouwen en die eenheid in het ‘Deens-zijn’ ook een keerzijde. ‘Nederland omarmt diversiteit veel meer. Deense bedrijven hebben de rest van de wereld heel erg nodig en doen hard hun best zich meer open te stellen met nieuwe wetgeving voor kenniswerkers, bijvoorbeeld’, aldus Van der Liet. Door de focus op het collectief lijkt er ook automatisch minder ruimte te zijn voor het individu en het overwegen van alternatieve oplossingen. Op dat punt kan het land andersom dus juist leren van het kleine landje aan de Noordzee.