Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Arjen Versloot, hoogleraar Germaanse taalkunde, heeft een interessante ontdekking gedaan op het gebied van de Friese taal: een 17e-eeuwse tekst uit Amsterdam die getuigt van de Friese taal in Holland. Deze vondst biedt een nieuwe kijk op de taalgeschiedenis.
dhr. prof.dr. A.P. (Arjen) Versloot
Arjen Versloot (foto: Jeroen Oerlemans)

Noord- en Zuid-Holland vroeger Friestalig

Bij de Friese taal denken de meeste mensen aan de provincie Fryslân, in het noorden van Nederland. Weinig mensen weten dat het Fries vroeger in een veel groter deel van het huidige Nederland gesproken werd. Vrijwel alleen historisch-taalkundigen en dialectologen zijn zich daarvan bewust. Aan de hand van met name plaats- en waternamen valt te achterhalen dat heel Noord- en Zuid-Holland (ongeveer tot aan de Nieuwe Maas bij Rotterdam), in de vroege middeleeuwen Friestalig was. De naam van het ‘IJ’ bij Amsterdam is een voorbeeld van zo’n oorspronkelijk Friese waternaam. Niet voor niets heet de kop van Noord-Holland ‘Westfriesland’. Het traditionale dialect van de streek bevat nog verschillende Friese woorden, maar het is een dialect van het Nederlands en niet van het Fries. Tot op heden ontbrak een echte tekst in het Fries van Holland.

Zangbundel

In een zangbundel, gedrukt in Amsterdam in 1643, staat een tekst die weliswaar Fries oogt, maar qua taal zeer sterk afwijkt van het Fries zoals dat in de 17eeeuw in de provincie Fryslân gesproken werd. Tegelijk bevat de tekst woorden, klanken en zinswendingen die we kennen uit latere Noord-Hollandse dialecten. Bovendien wordt er waarschijnlijk verwezen naar een volksgebruik dat juist in de 17eeeuw nog in levendig gebruik was in noordelijk Noord-Holland, het kweesten. De bundel geeft helaas geen schrijversnaam en verdere aanwijzingen over die auteur ontbreken, maar alle aanwijzingen bij elkaar maken het zeer waarschijnlijk dat deze tekst geschreven is in het Fries van Noord-Holland. Uit andere bronnen wisten we al dat nog tot in de 17eeeuw toe er her en der in Noord-Holland Fries gesproken werd, maar die bronnen gaven geen of nauwelijks voorbeelden van de taal.

Liefdeslied

Het gaat om een – nogal scabreus – liefdeslied, waarin de vrijer zijn teleurstelling uitspreekt over het feit dat hij niet bij zijn geliefde in huis mag komen, terwijl hij overloopt van (lichamelijk) verlangen naar haar. De dichter, die zich bedient van verschillende literaire conventies van die tijd, heeft het Fries mogelijk gekozen om zich wat vrijmoediger te kunnen uiten. Het gaat dus om een artistiek product en niet om een soort volksliedje. De tekst was al langer bekend, maar doordat we onderhand meer weten over het Fries in Fryslân van de 17eeeuw, valt nu pas op dat deze tekst qua taal niet in Fryslân thuishoort.