Michiel van Kempen (1957) is bijzonder hoogleraar Nederlands-Caraïbische Letteren. Hij is de auteur van romans, verhalenbundels en essays. Onder zijn redactie verscheen een groot aantal bloemlezingen over de Surinaamse en Antilliaanse poëzie, o.m. de Spiegel van de Surinaamse poëzie (1995), Mama Sranan; 200 jaar Surinaamse verhaalkunst (1999), en Voor mij ben je hier; verhalen van de jongste generatie Surinaamse schrijvers (2010). Hij was mederedacteur van Wandelaar onder de palmen (2004) en Noordoostpassanten: 400 jaar Nederlandse verhaalkunst over Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba (2005). In 2003 verscheen zijn lijvige, tweedelige Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur (2003). Zijn laatste uitgaven zijn de bundel Shifting the compass; Pluricontinental Connections in Dutch Colonial and Postcolonial Literature (2013). de biografie Rusteloos en overal; Het leven van Albert Helman (2016), het essay Herinneren, verbeelden, begrenzen; 150 jaar Hindostanen hier en daar (2018), en bloemlezingen uit het werk van Michael Slory: Alsof men alles loslaat (2018) en Jit Narain, Een mensenkind in niemandsland (2021). In 2020 verscheen Het andere postkoloniale oog; onbekende kanten van de Nederlandse (post)koloniale cultuur en literatuur.
Hij was hoofdredacteur van het tijdschrift voor Surinamistiek Oso , voorzitter van de commissie digitalisering Surinamica voor de Digitale Bibliotheek Nederlandse Letteren en was betrokken bij de Masteropleiding Literatuur van de Universiteit van de Nederlandse Antillen. Hij is mede-oprichter van de Werkgroep Caraïbische Letteren en maakt deel uit van de editorial board van het Journal of Dutch Literature. In 2004 ontving hij de ANV-Visser Neerlandia-prijs en in 2009 de Gaanman Gazon Matodja Award. Hij is Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en Officier in de Ere-orde van de Gele Ster (Suriname). In 2020 werd hij onderscheiden door de Hongaarse Akademie van Wetenschappen.
In het weekend van 28 en 29 mei kwamen alle promovendi die vallen onder de leerstoel West-Indische Letteren van de Universiteit van Amsterdam (prof. Michiel van Kempen) bijeen voor hun jaarlijkse promovendiweekend, deze keer in Amsterdam. Zij komen vanuit allerlei landen bijeen voor gespecialiseerde colleges op het gebied van de Caraïbische cultuur en literatuur. Op zaterdagochtend kregen zij een workshop van dr Fridus Steijlen (KITLV) over: Hoe om te gaan met orale bronnen? Aan de orde kwamen onder meer de status van orale bronnen en de techniek om die op te tekenen en te interpreteren. Dr Theo Meder, werkzaam als antropoloog bij het Meertensinstituut, sloot met zijn college over de aard en functie van Anansi-vertellingen naadloos aan op de workshop van Steijlen. Op zondagochtend gaf prof. dr Wim Rutgers (Universiteit van Curaçao) een college over de lezer als component van de schrijver. Zicht op het functioneren van de lezers biedt andere perspectieven op de literatuurgeschiedenis. Prof. dr Gert Oostindie (Universiteit Leiden en KITLV) sprak over het kritisch omgaan met historische bronnen. Hij stelde aan de orde dat historici in de regel meer in de empirische feiten en het hoe-het-geweest-is geïnteresseerd zijn dan letterkundigen. Zijn kritische vragen bij de positie vande historicus en multifocality leidden tot levendige debatten. Tussendoor kregen de promovendi ook nog een korte cursus Powerpoint.
Belangrijkste doel van de promovendibijeenkomst is dat de promovendi een presentatie houden over de stand van hun eigen onderzoek en de vragen en dilemma's die dat oproept. Zij krijgen daarbij feedback van de hoogleraren en van hun collega-promovendi. Ook Cynthia Abrahams, als eerste bij deze leerstoel gepromoveerd (op R. Dobru), was aanwezig: zij hield de speech tijdenshet diner op zaterdag en vertelde over haar ervaringen gedurende haar promotietraject. Vier jaar lang bewijzen deze bijeenkomsten dat zij bijna de life line zijn voor het promotie-onderzoek dat vaak in afzondering moet gebeuren, zeker in het geval van de zgn. buiten-promovendi die niet een arbeidsplek aan een universiteit hebben. Het zou voor hen een drama zijn, mocht de nu bedreigde leerstoel worden opgeheven.
Voltooide promotie-onderzoeken bij Nederlands-Caraïbische letteren
Cynthia Abrahams: Wan bon, wan Sranan, wan pipel; het werk van R. Dobru/Robin Raveles, Surinamer, dichter, politicus, 1935-1983
Jos de Roo: Praatjes voor de West; De Wereldomroep en de Antilliaanse en Surinaamse literatuur, 1947-1958
Ellen de Vries: Strijd in de media; Media als spiegel van de postkoloniale verhouding tussen Suriname en Nederland (1980-1992)
Adrienne Zuiderweg: Batavia berijmd; Een geschiedenis van de Compagniesliteratuur en een overzicht van de Compagniesdichters in Batavia
Lopend promotieonderzoek Nederlands-Caraïbische Letteren
Josephine Campbell: Nederlands-Caraïbische literatuur in het onderwijs
Ruby Eckmeyer: De dandé traditie van Aruba
Joe Fortin: de Papiamentstalige literatuur van Aruba, in het bijzonder van Jossy Tromp
Paul Hollanders: de planter-dichter Paul François Roos en zijn kring
Kwasi Koorndijk: Sranantongo en etnovitaliteit
Pearl Pengel: Trailblazers; Women of the Armed Forces in Suriname
Anita Ramcharan: De vrouw in de Hindostaanse liedkunst
Benoit Verstraete: De zendeling-schrijver P.M. Legêne en de zendingsliteratuur
Anne Visee: het Amerika-gerelateerde werk van Albert Helman uit het interbellum
Tim de Wolf: Muziek en muziekdragers van de voormalige Nederlandse Antillen
Het laatste weekend van mei troffen alle promovendi elkaar
in Ermeton-sur-Biert in de prachtige Belgische Ardennen. Er
waren bijzondere colleges/workshops van prof. Wim van den Berg,
dr Frans Blom, drs Adrienne Zuiderweg en prof. Michiel van
Kempen. Alle promovendi gaven presentaties over hun onderzoek
en kregen feedback van bovenstaande docenten en van prof.
Elisabeth Leijnse. Er was ruime gelegenheid de contacten aan te
halen en elkaar problemen voor te leggen.
Op de foto v.l.n.r. eerste rij Paul Hollanders, Michiel
vanKempen, Sabine Ernst, Cheryda Adama-de Ziel, Tim de Wolf;
daarachter Carl Haarnack, Benoit Verstraete, Johan Graaven,
Matthijs Ponte, achterste rij: Joe Fortin, Jos de Roo, Radjin
Gena.(Niet aanwezig waren: Cynthia Abrahams, Liselotte Hammond,
Ida Mursidah en Ellen de Vries)
Op 5 juni 2009 kwamen alle buitenpromovendi weer bijeen om colleges te krijgen van Joep Leerssen en Elisabeth Leijnse in het Bungehuis. Deze twee hoogleraren, alsmede Pamela Pattynama, Wim Rutgers en ondergetekende gaven vervolgens feedback op door de promovendi voorbereide onderzoeksvragen. Daarna was er een diner in de Amsterdamse Academische Club. René Karels was de tafelredenaar met een geestige verhandeling over zijn eigen ervaringen als buitenpromovendus.Voor het gebouw werd deze foto gemaakt.
Op zaterdag 10 mei 2008 konden alle buitenpromovendi, dankzij de gastvrijheid van de directeur van de UB Nol Verhagen, in de directeurskamer van de UB bijeenkomen. Alle promovendi presenteerden hun onderzoeksvoorstel en kregen daarop feedback van Ena Jansen (hoogleraar Zuid-Afrikaanse letterkunde) en van Michiel van Kempen.
Op de foto v.l.n.r. Carl Haarnack, Paul Hollanders, Cynthia Abrahams, Hans Neervoort, Michiel van Kempen, Benoît Verstraete, Johan Graaven, Lucia Nankoe, Jos de Roo.
Bundels met wetenschappelijke opstellen
Tussenfiguren: schrijvers tussen de culturen. Redactie met Elisabeth Leijnse. Amsterdam: Het Spinhuis, 1998; aangevulde herdruk 2001.
Wandelaar onder de palmen; Verkenningen in de koloniale en postkoloniale literatuur en cultuur. Onder redactie van Michiel van Kempen, Piet Verkruijsse en Adrienne Zuiderweg. Leiden: KITLV Uitgeverij, 2004.
Shifting the Compass: Intercontinental Connections in Dutch Colonial and Post-Colonial Literature. (Ed. with Jeroen Dewulf & Olf Praamstra). Newcastle upon Tyne: Cambridge Scholars Publishing, 2013.
Literatuurgeschiedenis
De Surinaamse Literatuur 1970-1985, een documentatie, Paramaribo:. De Volksboekwinkel, 1987.
Surinaamse schrijvers en dichters, Amsterdam: De Arbeiderspers, 1989.
De geest van Waraku. Kritieken over Surinaamse literatuur. Zuid, Haarlem/Brussel 1993.
Woorden op de westenwind. Fotografie: Michel Szulc-Krzyzanowski. Teksten: Michiel van Kempen. In de Knipscheer, Amsterdam 1994.
Suriname-Catalogus van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Samengesteld door Kees van Doorne en Michiel van Kempen. Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, Amsterdam 1995.
Tussen droom en werkelijkheid: een keuze uit de literaire pagina van de Ware Tijd. Inleiding en zes bijdragen. Okopipi, Paramaribo 2001.
Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Paramaribo: Okopipi, 2002 (proefschrift; 5 delen in 4 banden).
Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Breda: De Geus, 2003 (handelseditie van het proefschrift in 2 banden).
Welcome to the Caribbean, darling! De toeristenblik in teksten uit de (voormalige) Nederlandse West. Vossiuspers UvA, Amsterdam 2007. (Inaugurele rede)
Herinneren, verbeelden, begrenzen. 150 jaar Hindostanen hier en daar. Eerste Jit Narain Lezing. Den Haag: Curatorium Jit Narain Lezing en Jit Narain Cultuurprijs, 2018.
Biografie
Rusteloos en overal; het leven van Albert Helman. Haarlem: In de Knipscheer, 2016.
Essays
De knuppel in het doksenhok, leven in de Surinaamse letteren, Uitg. De Volksboekwinkel, Paramaribo 1987.
Woorden die diep wortelen. Fotografie: Michel Szulc-Krzyzanowski. Teksten: Michiel van Kempen. Voetnoot, Amsterdam 1992.
Deep-rooted words. Photography: Michel Szulc-Krzyzanowski. Texts: Michiel van Kempen. Translation: Sam Garrett. Voetnoot, Amsterdam 1992.
Woorden op de westenwind. Fotografie: Michel Szulc-Krzyzanowski. Teksten: Michiel van Kempen. In de Knipscheer, Amsterdam 1994.
Suriname verbeeld. Amsterdam: Vrienden van de Universiteitsbibliotheek, 1995.
Kijk vreesloos in de spiegel. Albert Helman 1903-1996. Zes essays. In de Knipscheer, Haarlem 1998.
Cityscapes + birdmen. Photography Jacquie Maria Wessels. Text Michiel van Kempen. Voetnoot, Antwerpen 2010.
Bloemlezingen
Helias achterna, geschiedenis van de Nijmeegse letteren met bloemlezing, Dekker & Van de Vegt, Nijmegen 1984.
Nieuwe Surinaamse Verhalen, Uitg. De Volksboekwinkel, Paramaribo 1986.
Verhalen van Surinaamse schrijvers. De Arbeiderspers, Amsterdam 1989.
Hoor die tori! Surinaamse vertellingen. In de Knipscheer, Amsterdam 1990.
Ander geluid. Nederlandstalige literatuur uit Suriname. Samenstelling Jos de Roo m.m.v. Michiel van Kempen en F. Steegh. Coördinaat Minderheden Studies Rijksuniversiteit Leiden, Leiden 1991.
Michaël Slory, Ik zal zingen om de zon te laten opkomen. Samenstelling, inleiding en enige vertalingen, Uitg. In de Knipscheer, Amsterdam 1991.
Het Verhaal Aarde. Eindredactie. Bridges Books/Novib, Den Haag/Amsterdam 1992.
Sirito. Vertellingen van Surinaamse bodem. Samenstelling en inleiding. Kennedy-stichting, Paramaribo 1993.
Privé Domein van de Surinaamse letteren. Het Surinaamse literatuurbedrijf in egodocumenten en verspreide teksten. Samenstelling, inleiding en toelichtingen. Surinaams Museum, Paramaribo 1993.
Albert Helman, Adyosi/Afscheid. Eindredactie. Nijmegen: Stichting IBS, 1994.
Spiegel van de Surinaamse poëzie. Bijeengebracht, van een inleiding en aantekeningen voorzien door Michiel van Kempen. Amsterdam: Meulenhoff, 1995.
Eeuwig Eldorado. Boekenweekmagazine 1996. Redactie met anderen. Amsterdam: CPNB, 1996.
Vrijpostige kwatrijnen: een huldebundel voor Hugo Pos. Redactie. In de Knipscheer, Haarlem 1998.
Cándani, Zal ik terugkeren als je bruid. Samenstelling. Amsterdam 1999.
Mama Sranan: twee eeuwen Surinaamse verhaalkunst. Contact, Amsterdam 1999, 20002.
Michaël Slory. In de straten en in de bladeren. Redactie en nawoord. Paramaribo 2000.
Een geparkeerde kameel: gedichten van Kamil Aydemir e.a. Samenstelling en eindredactie. Rotterdam: Dunya, 2002.
Bernardo Ashetu, Marcel en andere gedichten. Samenstelling. Paramaribo: Okopipi, 2002.
Het dolpension van de hemel. Dunya Poëzieprijs 2002. Bekroonde gedichten en ander werk van de prijswinnaars. Martijn Benders [e.a.]. Rotterdam: Bèta Imaginations/Stichting Dunya, 2003. (Dromologya 12.)
Septentrion [inleiding en teksten], 33 (2004), no. 1, 1er trimestre.
Literatuur & maatschappij. [Bijzonder nummer van] Oso, tijdschrift voor Surinamistiek, 23 (2004), nr. 1, mei. Samenstelling en eindredactie samen met Peter Meel.
Noordoostpassanten; 400 jaar Nederlandse verhaalkunst over Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba. Samengesteld, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Michiel van Kempen en Wim Rutgers. Amsterdam: Contact, 2005.
Shrinivási 80 Jubileumbundel. Onder redactie van Michiel van Kempen & Effendi N. Ketwaru. Paramaribo 2006.
Voor mij ben je hier; verhalen van de jongste generatie Surinaamse schrijvers. Samengesteld en geredigeerd door Michiel van Kempen. Amsterdam: Meulenhoff, 2010.
Bernardo Ashetu, Dat ik je liefheb. Gekozen en van een nawoord voorzien door Michiel van Kempen. Haarlem: In de Knipscheer, 2011.
Astrid H. Roemer, Afnemend; 21 liefdesgedichten. Amsterdam: Buku Bibliotheca Surinamica, 2012.
Michaël Slory, Torent een man hoog met zijn poëzie. Met vertalingen uit het Sranantongo door John Leefmans en een Nawoord van Michiel van Kempen. Haarlem: In de Knipscheer, 2012.
Onvoltooid. [Bijzonder nummer van:] Nieuw Letterkundig Magazijn, jrg. 35, nr. 1, mei 2017. [Gastredactie met Aart G. Broek, met medewerking van Igma van Putte-de Windt en Paulette Smit].
Michaël Slory, Alsof men alles loslaat. Poëzie & proza. Samenstelling en nawoord Michiel van Kempen. Vertalingen uit het Sranantongo Ed Hart & Michiel van Kempen. Haarlem: In de Knipscheer, 2018.
In Nepveu’s dreven. Een vriendenboek bij gelegenheid van de 80ste verjaardag van Bert Paasman, 26 februari 2019. [Eindredactie met Adrienne Zuiderweg.] Amsterdam/ Putten/ [Haarlem]: In de Knipscheer, 2019.
Vertalingen/tekstuitgaven
Jit Narain, Waar Ben Je Daar/Báte huwán tu kahán, inleiding, SSN, Paramaribo 1987.
Kardi Kartowidjojo, Kèhèng, vertaling met anderen, Afd. Cultuurstudies Ministerie van Onderwijs, Paramaribo 1988.
Kamala Sukul, Wandana, vertaling. 's-Gravenhage 1989.
Cándani, Ghunghru tut gail/ De rinkelband is gebroken, samenstelling, NBLC/ Uitg. De Volksboekwinkel, 's-Gravenhage/Paramaribo 1990.
Albert Helman, De sfinx van Spanje; beschouwingen van een ooggetuige. Bezorgd en van een nawoord voorzien door Michiel van Kempen., De Bilt: Schokland, 2011. (Kritische Klassieken 1.)
Jit Narain, Waar Ben Je Daar/Báte huwán tu kahán. 2de herz. Druk. Inleiding, en eindredactie met Effendi N. Ketwaru. Haarlem: In de Knipscheer, 2018.
Proza
Windstreken. De Volksboekwinkel, Amsterdam 1992.
Bijlmer, oh Bijlmer! Wilfred du Bois & Margriet Walinga, Amsterdam 1993.
Ik ben Nalini en ik ben een buitenbeentje. Paramaribo: Kennedy Stichting, 1993.
Plantage Lankmoedigheid. Roman. In de Knipscheer, Haarlem 1997.
Het Nirwana is een lege trein: reisverhalen over India. In de Knipscheer, Amsterdam 2000.
Pakistaanse nacht. Verhalen. Haarlem: In de Knipscheer, 2002.
Vluchtwegen. Roman. Breda: De Geus, 2006.
Proza onder andere namen
Mani Sapotille, Het tweede gezicht. De Volksboekwinkel, Paramaribo 1985. (jeugdboek)
Winston Leeflang, Landmeten. In de Knipscheer, Amsterdam 1992. (verhalen)
Winston Leeflang, Heer Slaapslurf. Lees Mee, Paramaribo 1993. (kinderboek)
Dichtbundel
Wat geen teken is maar leeft. In de Knipscheer, Haarlem 2012.
Theater
De telefoon, eenakter (1992)
Burenruzies, eenakter (1994)
De eer van het lintje (1994, gespeeld door Felix Burleson)
Maatpak, eenakter gespeeld door Felix Burleson voor het Gemeentelijk Allochtonen Overleg, Rotterdam, februari 2003
Scenario
Brokopondo, verhalen van een verdronken land (een film van John Albert Jansen, uitgezonden VARA, 1994)
En nu de droom over is... De dichter Michaël Slory. (aamen met John Albert Jansen.) NPS 1996. (uitgezonden VARA, 1996).
Shrinivási: verlangen niet en eindelijk geen verdriet (2001) van Ram Soekhoe (OHM, 2001).
Wie Eegie Sanie van John Albert Jansen over de Surinaamse nationalistische generatie van de jaren '50 (NPS, 2004). (medewerking)
Voor de onderstaande link