In de reeks Kunstgeschiedenis in de Aula staat in het voorjaar van 2024 de 'studiolo' centraal. In het Italië van de Renaissance was de studiolo, of studeerkamer, een verfijnd gedecoreerde, kleine ruimte in het hart van een palazzo of villa.
De studiolo was de plek waar de bewoner zich kon terugtrekken om te lezen, muziek te maken, of in gezelschap de meest exquise kunstcollecties te bekijken. Deze ruimte was tevens de plek om het actieve leven voor het contemplatieve in te wisselen. Om de blik op de wereld binnenstebuiten of buitenstebinnen te draaien: het hart van het humanisme. Het fenomeen wortelt in een vereenzelviging met de natuur en in het religieuze kluizenaarsleven.
De bestudering van studioli brengt ons naar Ferrara, Florence, Urbino, Gubbio en Mantua. Het richt zich op vorsten en opdrachtgevers als Federico di Montefeltro, Isabella d’Este en Francesco I de’ Medici. Het biedt de kans de werken van onder andere Giovanni Bellini, Francesco di Giorgio, Leonardo, Giuliano da Maiano, Titiaan en Vasari te bestuderen. En nodigt uit te denken over het ontwerpen van labyrint-achtige plattegronden met kleine studeerkamers en immense bibliotheken, over het vervaardigen van bronzen kleinoden en illusionistisch houtsnijwerk. De studiolo boetseerde het autonome, verantwoordelijke en gezaghebbende individu. Het was de hersenpan van waaruit natuur en cultuur begrepen kon worden.
Op woensdag 20 maart sluit de collegereeks af met een dagsymposium in de Aula. Tijdens het symposium zullen de musici Marco Beasley (zang) en Franco Pavan (luit) vertellen over de opzienbarende ontdekking die zij gedaan hebben aangaande de muziek die juist in studioli werd gespeeld. Zij zullen de muziek uiteraard ook ten gehore brengen. U kunt zich nog voor het symposium aanmelden (los van de collegereeks).
Deze lezingenreeks maakt deel uit van het publieksprogramma van de Faculteit der Geesteswetenschappen. Naast bijzondere lezingen- en collegereeksen omvat het publieksprogramma ook Open UvA-colleges. Het publieksprogramma is bedoeld voor alumni, werknemers die bijscholing wensen en alle anderen met interesse in kunst, cultuur, filosofie, taal en literatuur, geschiedenis en religie.